De oorlog in Oekraïne: een stand van zaken

7 minuten leestijd

De oorlog in Oekraïne is nu een maand oud, en de uitkomst van het conflict blijft hoogst onzeker. Vredesonderhandelingen of een lange uitputtingsslag: alle opties zijn denkbaar. Zelfs in het geval van een snelle wapenstilstand blijft de omvang van het menselijke leed onbevattelijk. Sinds onze vorige update een goeie maand geleden, zijn enkele zaken veranderd, en we geven dan ook graag een nieuw overzicht.

Het Westen kondigde meteen na de inval eendrachtig zware sancties af, met als doel Rusland onder druk te zetten. Sommige Russische banken werden uit het wereldwijde SWIFT-betalingssysteem gezet. De buitenlandse reserves die de Russische centrale bank aanhoudt in het Westen werden grotendeels bevroren, waardoor Rusland niet kan putten uit zijn ‘oorlogskas’ – een begrip dat in dit geval helaas letterlijk moet worden genomen. Naast de officiële sancties heeft een hele resem westerse bedrijven de activiteiten in Rusland tijdelijk stopgezet, of de Russische markt verlaten onder druk van de publieke opinie.

Verdeelde wereld

Daarmee is Rusland in belangrijke mate economisch en financieel geïsoleerd. Toch is die afzondering niet volledig. Twee elementen springen in het oog. Ten eerste zijn de sancties vooral een westerse zaak. Enorme economieën zoals China, India en Brazilië houden zich afzijdig en gaan niet zonder meer mee in het opbod van sancties. Dat geeft Rusland enige ademruimte. Handel met het Westen die wegvalt kan voor een stuk verplaatst worden naar deze opkomende markten.

Een tweede hiaat in de sancties is de energie die het Westen volop in Rusland blijft aankopen. De VS kondigde al aan dat het de invoer van Russische olie zou stopzetten. De VS kan dat, omdat het grotendeels zelfbedruipend is qua energiebevoorrading. Hoewel de druk om het Amerikaanse voorbeeld te volgen groot is, lijkt zo’n radicale stap niet haalbaar voor de EU. Rusland vertegenwoordigt 27 procent van de olie-import in de EU, 46 procent van de steenkool-import, en 41 procent van de gasinvoer. Zulke grote volumes kunnen niet op korte termijn vervangen worden. Zeker in het geval van de gasmarkt staat de benodigde infrastructuur (onder meer voor het transport en verwerking van vloeibaar LNG-gas, afkomstig uit de VS) nog niet op punt. Als het conflict verder zou escaleren, valt echter niet uit te sluiten dat de energiebevoorrading uit Rusland alsnog in het vizier komt. Door die onzekerheid blijven de gas- en olieprijzen hoog.

Piekende inflatie

De druk op de energiebevoorrading is voor ons het meest voelbare economische gevolg van de oorlog. De druk op de prijzen was al hoog, en de oorlog heeft nog tot extra onzekerheid geleid. De markt zal nog jaren erg ‘krap’ blijven, met weinig reservecapaciteit. Bij de minste vrees over verstoring van de bevoorrading mogen we nieuwe prijspieken verwachten. Dezelfde vrees voor schaarste zien we op de markt van de landbouwgrondstoffen. Rusland en Oekraïne vertegenwoordigen 25 procent van de wereldwijde graanexport. Oekraïne is de grootste producent van plantaardige oliën ter wereld. Rusland beheerst de productie van kunstmest. De prijzen voor al deze grondstoffen gaan steil de hoogte in. Eenzelfde verhaal op de markt voor staal (onmisbaar voor de bouw), aluminium, titanium, nikkel (noodzakelijk voor de productie van batterijen voor elektrische auto’s), enzovoort.

De verstoring van de energie- en grondstoffenmarkten leidt tot een cocktail van prijsstijgingen die erg bitter smaakt. De inflatie piekt naar het hoogste peil in decennia, en het einde lijkt nog niet in zicht. Dit koopkrachtverlies komt hard aan, en zet velen ertoe aan minder te besteden of uitgaven uit te stellen. Bedrijven worden evenzeer geconfronteerd met hogere kosten, en ze slagen er steeds minder vlot in die aan hun eindklanten door te rekenen. Aanvoerproblemen leiden tot tekorten, waardoor sommige bedrijven hun activiteiten verstoord zien. Deze vertraging van de economische activiteit doet zich vooral voor in Europa.

Wat doen de centrale banken?

De combinatie van hoge inflatie en vertragende economische groei plaatst centrale banken in een moeilijke situatie. Zowel de Europese Centrale Bank (ECB) als de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) hebben als missie om ‘prijsstabiliteit’ na te streven. Concreet willen ze de inflatie op middellange termijn op ongeveer 2 procent handhaven. De huidige inflatie zit zowel in de Eurozone (5,9% in februari) als in de VS (7,9%) ver boven die doelstelling. Dan is er geen enkel obstakel meer om niet in te grijpen, zou je denken.

Voor de Amerikaanse centrale bank is dat inderdaad zo: op 16 maart voerde de Fed een eerste renteverhoging door van 0,25 procent. Dat is immers de manier waarop een centrale bank de inflatie kan bekampen: door de rente op te trekken, wordt krediet duurde. Dat remt aankopen en investeringen af, en vermindert zo de vraag naar goederen en diensten. Tegelijk wordt sparen op die manier aantrekkelijker. De Fed kan die stap nemen omdat de Amerikaanse economie in goeie vorm is, met erg lage werkloosheid. De VS wordt minder dan Europa getroffen door dure energie (de gasprijzen liggen er een stuk lager dan hier), en ondervindt minder directe gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Jerome Powell, voorzitter van de Fed, liet verstaan dat de Amerikaanse rente voortaan in een flink tempo zal opgetrokken worden, om volgend jaar 2,75 procent te bereiken.

De ECB kan zich zo’n kordaat beleid niet veroorloven. De Eurozone kreunt onder de dure energie en andere gevolgen van schaarste. De arbeidsmarkt is in grote delen van de Eurozone nog zwak (denk maar aan de Zuiderse landen). En Europa lijdt onder de directe gevolgen van de oorlog. Om die reden moet de ECB behoedzaam te werk gaan, anders zou ze het prille herstel in de Eurozone fnuiken.

Toch wil de ECB een signaal geven aan spaarders en consumenten dat ze de inflatie ernstig neemt. Ze stopt tegen de zomer met het ondersteunende beleid dat ze gevoerd heeft naar aanleiding van de pandemie. En dan ligt ook in de Eurozone de weg open naar een eerste, voorzichtige renteverhoging. Voor spaarders verandert er voorlopig weinig. Dankzij de verwachte verhoging van de beleidsrente komt er op middellange termijn misschien ruimte voor een hogere spaarrente. Maar die zal nog niet volstaan om de hoge inflatie te compenseren.

Optimistische beurzen

Op de financiële markten lijkt de nervositeit over de oorlog in Oekraïne grotendeels verdwenen. De aandelenbeurzen maakten de verliezen die ze leden sinds de invasie grotendeels goed, al lopen Europese aandelen (die als risicovoller gezien worden, onder meer omwille van de duurdere Europese energie) achter op Amerikaanse aandelen. De aandacht van beleggers is weer verschoven naar het rentebeleid van de centrale banken, zoals dat ook voor het uitbreken van de oorlog het geval was. Voor aandelenbeleggers is een hogere rente in theorie geen goed nieuws. In dit geval was al veel onzekerheid over het rentebeleid in de voorbije maanden in de koersen geslopen. Nu de onzekerheid plaatsmaakt voor bevestiging, vinden beleggers weer vaste grond onder de voeten.

Over de situatie op de markten vallen al enkele voorzichtige conclusies te trekken.

  • De reeds hoge inflatie dreigt door de oorlog nog langere tijd op een hoog peil te blijven
  • Centrale banken hebben geen andere keuze dan de strijd met de inflatie aan te gaan. In de VS is men daar al mee gestart, in de Eurozone komt de ECB pas in de tweede jaarhelft in actie
  • Spaargeld blijft dus tot nader order aan koopkrachtverlies onderhevig
  • De aandelenbeurzen hebben de eerste shock van de oorlog grotendeels goedgemaakt. De focus van beleggers is verschoven naar de inflatie- en rentevooruitzichten
  • Nochtans zet de blijvende onzekerheid, zowel over de oorlog als over de gevolgen van de inflatie-opstoot, aan tot een voorzichtige houding.

De schijnbare onverschilligheid van de aandelenbeurzen voor de oorlogsellende mag evenwel niet tot overmoed aanzetten. De risico’s zijn immers niet geweken. Met deze basisprincipes komt u als belegger al een heel eind.

  • Beleggingsportefeuilles worden geregeld getroffen door geopolitieke crisissen en onzekerheid. Die kunnen op korte termijn tot grote dalingen leiden, maar laten zelden diepe sporen na op lange termijn (crisissen die leiden tot een diepe recessie, zoals de oliecrisis in de jaren 70, zijn de uitzondering). De geschiedenis herhaalt zich nooit op identieke wijze, maar het historische patroon is eerder geruststellend.
  • Daarmee accentueren we het belang van een voldoende lange beleggingshorizon. Volatiliteit en koersdalingen zal elke belegger meemaken. Het is belangrijk tijdens zulke periodes de langetermijndoelstellingen voor ogen te houden.
  • De hoop om de markt te timen en nu ‘eventjes uit te stappen’ tot het risico geweken is, is een illusie. Niemand kan systematisch aan markttiming doen. Bovendien: beslissen om uit de markt te stappen is het makkelijke deel. Veel moeilijker, maar veel bepalender voor het langetermijnrendement van een portefeuille: wanneer stap je weer in? Wie te laat is, loopt vaak veel rendement mis. Doorgaans is het beter om gewoon belegd te blijven.
  • Naast een voldoende lange duurtijd is ook een grote mate van spreiding nodig: spreiding over aandelen, obligaties, cash en andere beleggingsvormen. In sommige beleggingsoplossingen (zogenaamde gediversifieerde fondsen) is zo’n spreiding ingebouwd. Professionele beheerders sturen voortdurend naargelang de marktomstandigheden. Het blijft belangrijk om in een beleggingsportefeuille blootstelling aan obligaties te houden, ook al is hun rendementspotentieel beperkt. Zij beperken het risico van een portefeuille. Aandelen blijven belangrijk om het rendementspotentieel op lange termijn te vrijwaren, al maken ze momenteel een erg volatiele periode door.
  • Die volatiliteit (de mate waarin koersen schommelen) kan u als belegger in uw voordeel benutten, door de instap in een belegging in de tijd te spreiden. Daarover leest u hier meer.
  • En vergeet niet: uw agent weet raad! Hebt u vragen over, of wil u graag een update van uw beleggingsportefeuille: uw Crelan-agent is u graag van dienst!

Disclaimer: De informatie uit deze publicatie vormt een algemene toelichting bij de financiële actualiteit en mag niet worden beschouwd als een concreet advies of aanbeveling met betrekking tot financiële producten.