Het abc van de (hoge) inflatie en je spaargeld

4 minuten leestijd

De inflatie staat op haar hoogste punt sinds lange tijd. Dat wil zeggen dat het leven almaar duurder wordt, met stijgende prijzen aan de kassa en de pomp. Vorige maand bedroeg het inflatiecijfer 2,73 procent in ons land. Lijkt verwaarloosbaar? Think again: zulke inflatiecijfers zijn genoeg om in tien jaar tijd een kwart van je koopkracht te verliezen! Tijd om actie te ondernemen, dus.

Het lijkt wel alsof het spook van de inflatie na een relatief rustige periode uit slaapstand is ontwaakt. De prijzen zijn in korte tijd enorm gestegen, en we komen nu zelfs op het punt dat die toegenomen levensduurte zich laat voelen in ons dagelijks leven: aan de kassa van de supermarkt, of wanneer we onze energiefactuur betalen. De oorzaak? Hoe kan het ook anders: de coronacrisis. Maar daarover verderop meer.

Eerst en vooral: wat is inflatie?

Simpel gesteld is inflatie een sluipmoordenaar die het op je geld gemunt heeft. Met het inflatiecijfer drukken we immers uit in welke mate de consumptieprijzen stijgen: denk aan levensmiddelen, elektriciteit, brandstof … Vorige maand bedroeg het inflatiecijfer 2,73 procent in ons land. Dat wil zeggen dat het leven 2,73 procent duurder is geworden.

Bij inflatie denken we ook meteen aan ‘de index’. In ons land kennen we immers het bijzondere principe van de automatische loonindexering: lonen en uitkeringen zijn in bepaalde mate aan de inflatie gebonden, en stijgen mee als het leven duurder wordt.

Waarom is inflatie zo gevaarlijk?

Inflatie vreet aan je spaarcenten. Als alles 2,73 procent duurder wordt, wil dat immers zeggen dat je 2,73 procent koopkracht verliest. Je zult dus minder kunnen kopen met het geld dat je bij elkaar hebt gespaard.

Het échte gevaar van inflatie zit ‘m in de lange termijn. 2,73 procent lijkt misschien niet veel, maar als die inflatie jaar na jaar aanhoudt, ben je na tien jaar 27,3 procent van je koopkracht kwijt! Heb je 10.000 euro op je spaarrekening staan? Dan is het verlies aan koopkracht na 10 jaar opgelopen tot ruim 3.000 euro. (Voor alle duidelijkheid: er zal nog steeds 10.000 euro op je rekening staan, maar omdat alles duurder is geworden, zul je er veel minder mee kunnen kopen.)

Waarom zitten we nu op zo’n hoog niveau?

Dat de consumptieprijzen de laatste tijd zo fel zijn gestegen, ligt niet het minst aan de coronacrisis, die op verschillende manieren toeslaat.

  1. Productieprocessen zijn ernstig verstoord. Denk maar aan het wereldwijde tekort aan halfgeleiders. Zulke chips zijn onontbeerlijk voor onder meer de auto-industrie, maar Taiwan en Zuid-Korea – die grotendeels instaan voor de productie – kunnen de vraag gewoon niet bolwerken. Daardoor hebben automerken als Volvo en BMW hun autoproductie al moeten stilleggen: als er geen chips zijn, kunnen er ook geen auto’s van de band rollen.
  2. Niet alleen de productie, maar ook het transport van veel producten is verstoord. Goederen over zee vervoeren is een dure aangelegenheid geworden. De Baltic Dry Index, die de prijs voor scheepstransport weergeeft, stond nog nooit zo hoog.
  3. Ook de energieprijzen zijn enorm gestegen. De economie trekt zich weer op gang na de coronapandemie: de bedrijven hebben dus veel energie nodig om de machines weer op volle toeren te laten draaien. Het toerisme komt weer op gang, en we rijden weer naar kantoor. Dat alles resulteert in een hogere vraag naar energie, met een hogere energieprijs tot gevolg. Uit cijfers van Statbel blijkt dat elektriciteit in ons land nu 17,4 procent duurder is dan een jaar geleden, en aardgas zelfs 49,4 procent duurder.
  4. Er is tot slot ook zoiets wat je ‘heropeningsinflatie’ zou kunnen noemen. Sectoren die lang gesloten zijn geweest door corona, kunnen meteen na hun heropening rekenen op een grote interesse. Zo steeg de vraag naar vliegtickets en hotelovernachtingen enorm afgelopen zomer, met stijgende prijzen tot gevolg.

Welke maatregelen zijn er?

Of de hoge inflatie — voor de Eurozone gaat het zelfs om 3 procent — een tijdelijk fenomeen dan wel een blijver is, is nog onzeker. Wat wel zeker is, is dat de Europese Centrale Bank (ECB) er weinig tegen zal ondernemen.

De ECB heeft in haar gereedschapskist nochtans enkele mechanismen zitten om inflatie te bestrijden. Een renteverhoging, bijvoorbeeld. Waarom ze die niet gebruikt? Omdat de Europese Centrale Bank de economie, die herstellende is van de coronacrisis, nog te fragiel acht om een hogere rente aan te kunnen. Ook voor overheden zou z’n hogere rente een streep door de rekening zijn. Zij pompen nu volop geleend geld in de economie in de hoop ze zo weer aan te zwengelen. Hogere rentes zouden dus ook hogere lasten voor overheidsschulden betekenen.

Conclusie: zelf het heft in handen nemen.

Spaarders hoeven dus niet te rekenen op de Europese Centrale Bank voor een renteverhoging. De interest op een spaarrekening blijft daardoor op 0,11 procent steken. De inflatie is echter vele malen groter, waardoor je op een serieus verlies afklokt.

Als spaarder komt het er dus op aan om de inflatie te verslaan; om op zoek te gaan naar een manier om je geld beter te laten renderen. Doe je dat niet? Dan loop je het risico dat sluipmoordenaar inflatie geruisloos toeslaat. En dat je je zuurverdiende spaarcenten jaar na jaar verder ziet wegsmelten …

Op zoek naar manieren om je spaargeld te laten renderen? Dan is beleggen misschien wel iets voor jou. Een Crelan-agent in de buurt kan je er meer over vertellen. Bekijk ook zeker het artikel ‘Sparen én beleggen: de ideale combinatie om rendement na te jagen?‘ en laat je inspireren!

Disclaimer: De informatie uit deze publicatie vormt een algemene toelichting bij de financiële actualiteit en mag niet worden beschouwd als een concreet advies of aanbeveling met betrekking tot financiële producten.