Hoge energieprijzen: wat is er aan de hand?

5 minuten leestijd

De winterprik is nog niet echt begonnen, maar iedereen bibbert nu al voor de stijgende energieprijzen. De dure energie kon niet op een slechter moment komen: de wereldeconomie kampt al met haperende groei en tekorten allerhande, en hogere prijzen voor elektriciteit en gas kunnen de al hoge inflatie nog verder opwarmen. Wat is er aan de hand? We vroegen raad aan Bart Abeloos, expert beleggen bij Crelan.

De algemene inflatie zit al een tijdje in de lift. Waarom volgen de energieprijzen nu pas?

BART ABELOOS: Er zijn een aantal factoren die de bevoorrading in de war sturen. De heropening van de economie is een deel van de verklaring: het toerisme en de luchtvaart herstellen zich vlot, het autoverkeer zit bijna weer op het niveau van voor de pandemie. Ook de industrie draait weer op volle toeren. De vraag naar energie is dus groot. Het aanbod is grotendeels gevolgd, maar er is grote twijfel gerezen over de bevoorradingszekerheid.

Die laat zich het meest voelen in de gasbevoorrading. Europa gaat de winter in met uitzonderlijk lage gasvoorraden. Door het koele voorjaar heeft het ‘stookseizoen’ langer geduurd dan normaal. In de zomer bleef de productie van hernieuwbare energie ondermaats: windenergie leverde 30 à 40 procent minder op; waterkrachtcentrales kampten met lagere waterstanden. De gasvoorraden werden aangesproken, maar dat wreekt zich nu.

Ook China werd getroffen door een combinatie van koud weer en de heropstart van industriële activiteit na corona. De Chinese energieconsumptie bestaat nog voor 80 procent uit steenkool, en ook daarvan zijn de voorraden gevaarlijk gedaald. China doet er alles aan opdat het licht zou blijven branden: steenkoolmijnen worden weer geopend, in sommige provincies worden grootverbruikers van energie afgeschakeld, maar ook: China is een biedingsoorlog gestart op de gasmarkt om zijn bevoorrading – tegen elke prijs – zeker te stellen.

De gasmarkt werkt op een andere manier dan de oliemarkt. Of olie nu opgepompt wordt in Qatar, Texas of Siberië: ze komt allemaal in één grote ‘marktpot’ terecht, en kan overal geleverd worden, tegen een uniforme prijs. Gas is veel moeilijker transporteerbaar: het transport loopt doorgaans via pijpleidingen tussen producent en consument, die via langetermijncontracten aan elkaar gebonden zijn. Of het wordt in LNG omgezet en verscheept – een peperduur proces dat speciale tankers en terminals vereist. Daardoor kunnen gastekorten vaak niet worden opgelost door zich op de ‘wereldmarkt’ te bevoorraden. Dat leidt tot een grote prijsdruk.

Welke impact hebben de stijgende energieprijzen op de koopkracht en de groei?

Energie is een belangrijke component van de inflatie. In de eurozone weegt energie gemiddeld 10 procent in de inflatiekorf. Als de factuur in de nabije toekomst met 10 à 20 procent stijgt (in vele landen is dat vandaag al de realiteit), dan zal energie alleen al goed zijn voor 1 à 2 procent extra inflatie, los van andere stijgende kosten. De harde realiteit is dat dure energie een aanslag is op de koopkracht, en het vertrouwen van de consumenten dreigt te ondermijnen, waardoor ze minder zullen uitgegeven.

Wat het geval is voor consumenten, is evenzeer het geval voor producenten. Bovendien komt die dure energie naast andere gestegen kosten: grondstoffen, logistiek, personeel. Sommige sectoren zijn harder getroffen (de transportsector, nutsbedrijven, zware industrie), andere nauwelijks (technologie, farma, finance). Bedrijven met sterke ‘pricing power’ kunnen de hogere energiekosten wellicht deels verhalen op hun eindklanten, maar bedrijven met een zwakkere concurrentiële positie zullen hun winstmarges onder druk zien komen.

Sommige waarnemers spreken van het risico van ‘stagflatie’: de combinatie van hoge inflatie en stagnerende groei. Is dat een risico?

De impact van de hoge energieprijzen op de economie zal absoluut niet verwaarloosbaar zijn. Regio’s die hun energie importeren (Europa, Japan) zijn zwaarder getroffen dan regio’s die hun energieproductie meer in eigen handen hebben (de VS, vele groeilanden). Er zijn aanwijzingen dat de groei in het vierde kwartaal van dit jaar al beduidend zwakker zal zijn dan die in het derde kwartaal, mede door de dure energie.

Is er soelaas in zicht? Kan hernieuwbare energie een oplossing zijn?

Conventionele energie (olie, gas) en alternatieve energie zijn op lange termijn communicerende vaten. Als olie- en gasprijzen lange tijd hoog blijven, is er een incentive om in alternatieven te investeren. Maar dat is op korte termijn geen oplossing. Het nijpendste probleem zijn de lage voorraden waarmee we nu de winter ingaan.

Investeringen in nieuwe conventionele energie liggen tegenwoordig moeilijk. De grote energiebedrijven (TotalEnergies, BP,…) zijn onder druk van reglementering en aandeelhouders het aandeel van fossiele brandstoffen in hun energiemix aan het afbouwen, ten voordele van hernieuwbare energie. Daardoor ligt de bal voor de ontwikkeling van nieuwe fossiele brandstoffen in het kamp van de nationale oliebedrijven, uit de OPEC-landen.

De realiteit is dat we nog lange tijd een groot gedeelte van onze energiebevoorrading zullen verzekeren met fossiele brandstoffen (met name gas), zelfs al zal het aandeel van hernieuwbare energie versneld groeien. Op korte termijn is er maar één oplossing: verhoogde toevoer, uit landen als Rusland. De prijs die we daarvoor betalen is dat gas als een geopolitiek wapen zal worden ingezet – net zoals dat al decennialang het geval is voor olie.

Bieden de hoge energieprijzen een interessante beleggingsopportuniteit?

De energiesector is een huis met vele kamers. Klassieke energiebedrijven zijn meer dan een decennium uit de gratie geweest. De Stoxx Europe 600 Oil & Gas-index is sinds de corona-uitbraak verdubbeld, maar noteert desondanks nog altijd ruim 30 procent onder de hoogste koers, behaald aan de vooravond van de grote financiële crisis, 14 jaar geleden! De brede Europese beurs steeg over diezelfde periode met 20 procent. Die zwakke prestatie is niet zonder reden en duidt op structurele problemen, die nu tijdelijk verlicht worden door de energieschaarste. De financiële discipline van olie- en gasbedrijven is jarenlang lang ondermaats geweest, waardoor veel aandeelhouderswaarde werd vernietigd.

Beleggers kijken ook naar de toekomst, en zien fossiele brandstoffen steeds meer het stigma ‘ongewenst’ krijgen. Overheden overtroeven elkaar met ‘CO2-neutrale’-doelstellingen en grote institutionele beleggers zijn bezig hun portefeuilles te ‘de-carboniseren’: bedrijven die het belangrijkste deel van hun omzet uit fossiele brandstoffen halen, worden geweerd uit de portefeuille. Een treffend voorbeeld hiervan is het Noorse staatsfonds, waarin Noorwegen een deel van de opbrengsten van zijn olie-industrie belegt. Dit fonds – het rijkste staatsfonds ter wereld, groot geworden dankzij olie-inkomsten – staat onder grote politieke druk om haar posities in fossiele brandstofbedrijven af te bouwen.

Dat illustreert ook een andere kant van het verhaal: grote aandeelhouders en fondsenbeheerders hebben de macht om op tafel te kloppen bij grote olie- en gasbedrijven en meer klimaatinspanningen te eisen. Dat loont. De meeste grote energiebedrijven zijn bezig hun investeringen in hernieuwbare energie snel op te voeren. Windenergie en zonne-energie maken al een belangrijk deel uit van hun ‘mix’, en hun investeringen in bv. groene waterstof en de netwerken voor auto-laadpalen maken dat ze ook daar een leidende rol zullen spelen.

»Je kunt als belegger ook kiezen voor ‘zuivere” spelers in hernieuwbare energie – dat zijn bedrijven die geen fossiele brandstoffen in hun activiteiten hebben – maar die zijn op de beurs veel duurder gewaardeerd dan de klassieke energiebedrijven.

Als belegger mee naar de toekomst kijken? Dan loont investeren in groene bedrijven of in zuiver water misschien wel de moeite! Bij Crelan staan we alvast klaar om je te helpen een beleggingsportefeuille naar jouw wensen samen te stellen. Kom gerust eens langs in een kantoor bij jou in de buurt.

Disclaimer: De informatie uit deze publicatie vormt een algemene toelichting bij de financiële actualiteit en mag niet worden beschouwd als een concreet advies of aanbeveling met betrekking tot financiële producten.